Ondernemersbloed: Mathee van de Vin over familie in de zaak

Ondernemersbloed is een ode aan het familiebedrijf. In deze rubriek interviewt mr. Simon van den Boomen bekende en minder bekende ondernemers van authentieke familiebedrijven. In deze editie staat het verhaal van Mathee van de Vin centraal. Samen met zijn broer Anton bouwde hij Van de Vin ramen en kozijnen uit tot een landelijke top vijf speler. In dit interview vertelt hij over de overname van zijn vader, het gebrek aan interesse van zijn zonen om in de zaak te komen, de aanstelling van een externe algemene directeur en de coaching en bedrijfsoverdracht naar de kinderen van zijn broer. 
  
“Het bedrijf van mijn vader is in 1960 opgericht. Het was toen eigenlijk meer een werkplaats waar van alles werd gemaakt. Dat ging van kozijnen en trappen tot aan meubels voor particulieren. Er werd van alles gemaakt zolang het maar van hout was. Pa kocht eind jaren ´60 steeds betere machines voor de productie van schrootjes, lambrisering en om makkelijk kozijnen te kunnen produceren. Die stap in het productieproces bleek later belangrijk. Door toenemende groei werd het langzaam maar zeker een steeds professioneler bedrijf. In juni 1982 kwamen Anton en ik in de zaak. Toevallig slaagden we op hetzelfde moment. Anton voor mts-bouwkunde en ik voor mts-opleiding in hout- en meubilering.” 
 
“Begin jaren tachtig was er een harde economische crisis en dat was dus geen makkelijke tijd. De rente was toen twaalf tot veertien procent. Na vijf jaar wilde mijn broer Anton voor zichzelf beginnen. Dat hadden we niet zien aankomen en onze vader riep ons om ‘even te praten’. Hij vroeg of ik het bedrijf wilde overnemen nu Anton zijn eigen bouwbedrijf wilde starten. Ik had daar wel oren naar, maar dan samen met Anton en niet alleen. Wat nooit besproken was, werd in een paar gesprekken beklonken. Pa zou nog vijf jaar blijven werken en Anton en ik zouden zijn timmerbedrijf overnemen. De resultaten waren in de jaren tachtig slecht. We konden als broekies van 26 jaar met een flinke uitdaging aan de bak.” 

“In onze jeugd waren we het vaak
niet met elkaar eens. Dat bleek later als
compagnons juist onze kracht te zijn.”


“Mijn broer en ik vullen elkaar naadloos aan. Anton is compleet anders dan ik. In onze jeugd waren we het vaak niet met elkaar eens en dat bleek later als compagnons juist onze kracht te zijn. Anton is een echte productieman. Zelf ben ik meer met klanten en hun wensen bezig. Natuurlijk schuurt het wel eens tussen ons. Anton wil soms te snel en dan hang ik tegen, of andersom. We zijn een gezond tegenwicht naar elkaar. Niet om positieve energie tegen te houden maar om er nog een keer naar te kijken en er een nachtje over te slapen. En wat blijkt? De plannen worden daarmee alleen maar beter. Over een ding hadden we vooraf heel duidelijk afspraken gemaakt: onze partners zouden we buiten de zaak houden. Zo voorkwamen we mogelijke discussies en gedoe binnen de familie.” 
 
“Het jaar 1986 was het jaar van de overdracht en achteraf bezien de uitloop van de crisis. Die beginperiode was een harde leerschool. Er waren nog faillissementen waar we last van hadden, maar langzaam trok het aan. We maakten al snel de beslissing tot vergaande specialisatie. Voortaan focusten we ons alleen nog maar op houten ramen en kozijnen. Daar waren we het beste in. Die focus hielp want vanaf de jaren negentig begon Van de Vin stevig te groeien.” 
 
“Zo’n zes jaar terugkwam het thema familiale opvolging op tafel. Er volgden diverse gesprekken met mijn drie zonen en de drie kinderen van Anton. Ook onze echtgenotes werden daarin betrokken. Ik wilde vanaf het begin dat mijn kinderen hun vrije keuze zouden maken. Anton zag zijn twee zonen graag in het bedrijf. Die gesprekken werkten verhelderend en maakten bespreekbaar wat besproken moest worden.” 
 
“Na afloop bleek inderdaad dat Antons zonen interesse hadden om bij ons te komen werken. Zijn dochter zag dat niet zitten. Mijn drie jongens ook niet. Mijn zonen waren heel duidelijk en sloegen het aanbod af. Ik geloof niet dat ik dat jammer vond. Het is nog steeds mijn overtuiging dat ze alleen in de zaak moeten komen als ze dat echt leuk vinden. Zo dreven onze kinderen van het bedrijf weg en gingen de zonen van Anton direct aan de slag. Deze uitkomst gaf mij een dubbel gevoel. Enerzijds vond ik het mooi dat er vanuit de familie Van de Vin interesse was maar anderzijds moest ik vanuit mijn takenpakket ook tijd aan de kinderen van mijn broer geven. Die tijd kun je dan niet meer in je eigen kinderen met hun persoonlijke wensen en behoeften steken.” 
 
“Mijn neiging tot externe verkoop groeide toen ik wist dat onze kinderen geen interesse hadden. Die gedachte was heel reëel omdat we wisten dat de jongens van Anton weliswaar interesse hadden maar nog te jong waren om de continuïteit af te dekken. We bleven ook nog eens groeien en groeien. Het noodzakelijke proces van professionaliseren kon niet wachten tot het moment waarop Antons zonen geschikt zouden zijn. We kregen toen van onze adviseur de vraag voorgelegd hoe Van de Vin ervoor stond als Anton en ik ons zouden terugtrekken.” 

“Het proces bij mijn zonen had als effect op mij dat ik wat losser ten opzichte van het bedrijf kwam te staan. Ik wilde ook een ander leven, samen met mijn vrouw, in het kader van ons eigen geluk. Tijdens mijn wintersport in 2019 heb ik mijn plan gemaakt. Wat willen we als bedrijf en welke stappen horen daarbij? We kwamen al snel tot de conclusie dat er versterking moest komen maar hoe gaat zoiets in zijn werk?” 
 
“We maakten direct ons managementteam deelgenoot van onze gedachten. Het oorspronkelijke plan voorzag in een algemeen directeur met ingang van 1 januari 2022 maar het ging veel sneller toen eenmaal de geest uit de fles was. In eerste instantie dachten we aan twee externe directieleden ter vervanging van Anton en mij. We analyseerden ons team en bedachten wat we aan wie wilden delegeren. Alles dat we intern konden doorschuiven hoefden we immers niet aan externen toe te delen.” 

“Een paar maanden na het aantreden
maakten wij onze kantoren leeg. We gingen
op een andere plek zitten buiten het bedrijf”

 
“Na afloop van die gesprekken kwam helder naar voren wat er nog open stond en wat we dus niet naar onze eigen mensen konden delegeren. Het was duidelijk dat er één nieuwe, algemeen directeur moest komen en niet twee. We hadden allebei dezelfde persoon in gedachten en hij bleek beschikbaar. We spraken af dat hij de dagelijkse leiding op zich zou nemen en dat hij daarnaast de beide zonen van Anton zou coachen.” 
 
“De nieuwe algemeen directeur werd een succes. We hebben van zijn binnenhalen geen seconde spijt gehad. Hij startte op 1 januari 2020, twee jaar eerder dan gedacht. Een paar maanden later maakten wij onze kantoren leeg en gingen op een andere plek zitten buiten het bedrijf. Deze stap maakte de nieuwe verhoudingen voor iedereen helder en voorkwam vertroebeling over het nemen van beslissingen. Deze verhuizing versnelde het transitieproces. De nieuwe man kreeg de ruimte om zijn rol te pakken en medewerkers stelden hun vragen voortaan aan hem. Er werden direct andere accenten gezet. Het was voor ons snel duidelijk dat hij mensen beter liet functioneren. Alsof je een hele goede speler van buiten haalt waardoor het hele team beter wordt. Zo richtte de nieuwe directeur zich meer op online omzet en verlegde een deel van de focus naar de renovatiemarkt. Dit begint nu zijn vruchten af te werpen en dat is goed want ik vond dat we steeds harder aan het rijden waren op een steeds smallere weg.” 

“De nieuwe directeur is een ‘tussenpaus’. Daar zijn we heel transparant in geweest, ook naar onze eigen mensen. Het is zijn taak om onze business uit te bouwen en de beoogde opvolgers te coachen. Iedereen weet dat Antons jongens de ambitie hebben om de leiding op zich te nemen, maar dat moeten ze eerst laten zien. In die rol moeten ze groeien en tegelijkertijd moeten ze er zelf achter zien te komen of ze het ook leuk vinden. Het is nu een hele andere situatie dan toen wij het bedrijf in 1986 overnamen. Tegelijkertijd is Van de Vin ramen en kozijnen inmiddels ook een heel ander bedrijf geworden.” 
 
“We stelden een eenvoudig directiereglement van maximaal één A4'tje op. Dat is de leidraad en binnen die kaders heeft de directie vrijheid van handelen. Onze zeggenschap gaat over omzet, marge, innovatie en klanten. We sturen op hoofdlijnen en niet op details. Het was prettig dat we de structuur binnen ons bedrijf al stevig hadden neergezet. Zo stuurden we eerder al veel meer op KPI’s in plaats van op eigen inschattingen en onderbuikgevoel. De dashboards die we in de LEAN-tijd invoerden gaven ons veel meer grip op processen. Tijdens ons maandelijkse directieoverleg nemen we de voor ons relevante KPI’s door aan de hand van een agenda. Wij zijn daarin het klankbord en de directie beslist.” 

“We hadden vooraf een exit moeten bedenken
voor het geval dat er vanuit één van
ons beiden geen opvolging zou komen"


“Ik zit nu in een soort van persoonlijke spagaat. Ik maakte ons familiebedrijf samen met mijn broer Anton groot en mijn kinderen willen het niet overnemen. De kinderen van mijn broer hebben wel interesse en een nieuwe algemeen directeur heeft de touwtjes in handen. Ik sta voor nieuwe uitdagingen. We hadden vooraf een exit moeten bedenken voor het geval dat er vanuit één van ons beiden geen opvolging zou komen. Ik vind het belangrijk om op tijd te anticiperen op scenario’s. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Dat bedoel ik niet alleen met de exit-gedachte als mede-eigenaar maar ook met de noodzaak tot aanstelling van een algemeen directeur.”
 
“Wat nu? Tijd voor andere dingen. Er is naar mijn mening meer in het leven dan alleen ‘de zaak’. Je kunt ten koste van je gezondheid zakelijk succes nastreven maar ondernemen is voor mij anderen het werk laten doen. Ik kreeg, mede door het harde werken, last van mijn bloeddruk. Dat zette mij in het hele proces aan het denken en ik besloot het over een andere boeg te gooien. Uiteindelijk zijn mijn gezin en mijn gezondheid hetgeen dat echt telt.”

Download de whitepaper: Het familiebedrijf van de toekomst!

triangle dark triangle light