HRM nieuws
3 minuten lezen

Is jouw ZZP’er (nog) wel een zelfstandige?

Bezorgers van maaltijdbezorger Deliveroo waren werknemers en geen zelfstandige. Dat is de conclusie in het arrest dat de Hoge Raad op 24 maart 2023 wees. In dat arrest gaf de Hoge Raad (nogmaals) richtlijnen over hoe men in de praktijk moet omgaan met het begrip ‘dienstbetrekking’ en hoe je een arbeidsrelatie kwalificeert. Weten wat dit voor jou betekent? Lees dan snel verder! 

Sinds 1 juli 2018 werkten de bezorgers van maaltijdbezorger Deliveroo op basis van een overeenkomst die (zij zelf) zagen als overeenkomst van opdracht en dus als ZZP’er. In deze overeenkomst van opdracht stond onder meer dat de bezorgers zich mochten laten vervangen, dat zij vrij waren om zelf te bepalen wanneer zij zouden werken en dat ze in sommige gevallen btw in rekening moesten brengen. Daarnaast hadden de bezorgers de mogelijkheid om de overeenkomst van opdracht direct op te zeggen, terwijl voor Deliveroo een opzegtermijn van één week gold. Ondanks deze grote mate van vrijheid voor de bezorgers, bepaalde de Hoge Raad dat de bezorgers toch werkzaam waren op basis van een arbeidsovereenkomst. 

Beoordeling arbeidsrelatie ZZP’ers

In deze uitspraak gaf de Hoge Raad meer duidelijkheid over de beoordeling van een arbeidsrelatie. Aangezien de arbeidsrelatie van ZZP’ers al enige tijd de aandacht heeft van de wetgever, kent de Hoge Raad, in tegenstelling tot wat eerder werd bepleit, geen extra waarde toe aan de vraag of het werk dat een persoon doet is ingebed in de organisatie. Ook het invoeren van een bepaald rechtsvermoeden is aan de wetgever.

Wat de Hoge Raad in het arrest bepaalde, is dat voor de beoordeling van een arbeidsrelatie, nog steeds alle feiten en omstandigheden van belang zijn. Daarbij zijn alle feiten en omstandigheden even belangrijk (de holistische benadering). Voorbeelden die de Hoge Raad benoemt als mogelijk van belang zijn de aard en duur van de werkzaamheden, de manier waarop de beloning wordt bepaald en hoe de werkzaamheden worden uitgevoerd. De inbedding in de organisatie en eventueel ondernemerschap van de persoon die de werkzaamheden uitvoert zijn daarbij ook van belang, maar niet van doorslaggevend belang. 

Met de verduidelijking door de Hoge Raad is voor de beoordeling van de arbeidsrelatie nog steeds relevant of aan alle elementen uit artikel 7:610 BW – persoonlijke arbeid, loon en gezag – wordt voldaan. Als een relatie gebaseerd is op deze elementen dan is vaak sprake van een arbeidsovereenkomst. 

Wil jij een optimale inzet van jouw medewerkers?

Lees meer over personeelszaken en HR-advies

Belang voor de praktijk

Nu de Hoge Raad heeft aangegeven dat men naar alle feiten en omstandigheden moet kijken bij de beoordeling van een arbeidsrelatie, zal het in de praktijk in veel gevallen niet langer voldoende zijn om een overeenkomst te sluiten waarbij slechts één element uit de arbeidsovereenkomst ontbreekt. Tot het moment waarop duidelijkheid komt vanuit de wetgever blijft het dus belangrijk om de afspraken vooraf schriftelijk op de juiste manier op papier te zetten en ook samen te werken zoals in een overeenkomst is opgenomen. 

Fiscaal belang

Vanuit de fiscaliteit is de civiele kwalificatie van een arbeidsrelatie in principe leidend, wat betekent dat de Belastingdienst ook naar de civiele kwalificatie zal kijken. Na afschaffing van de verklaring arbeidsrelatie (VAR) in 2016 is het in de praktijk gebruikelijk geworden om een overeenkomst van opdracht te sluiten die vooraf is goedgekeurd door de Belastingdienst, maar met deze uitspraak in de hand is het nog maar de vraag of dit voldoende is. De meeste modelovereenkomsten zijn algemeen opgesteld en zien slechts op één afzonderlijk element van de arbeidsovereenkomst. Door deze algemeenheid staan de modelovereenkomsten die men in de praktijk vaak gebruikt ver af van de holistische benadering die de Hoge Raad voorschrijft. 

De mogelijkheid bestaat dan ook dat de Belastingdienst de goedkeuring van de modelovereenkomsten intrekt op grond van deze nieuwe jurisprudentie. Daarnaast zal de Belastingdienst deze uitspraak van de Hoge Raad veelvuldig meewegen bij de bedrijfsbezoeken die zij afleggen. Het handhavingsmoratorium is overigens nog steeds van toepassing, waardoor handhaving door de Belastingdienst (op het verleden) op korte termijn niet voor de hand ligt. 

Wat te doen als ik samenwerk met zelfstandigen?

Wij raden aan om de samenwerking met zelfstandigen opnieuw te beoordelen. Als blijkt dat op basis van alle feiten en omstandigheden de samenwerking meer elementen bevat die wijzen op een arbeidsovereenkomst, dan kan je overwegen om de zelfstandige in dienst te nemen. Mocht dit niet wenselijk zijn dan raden wij aan om de overeenkomst van opdracht en de wijze waarop wordt samengewerkt aan te passen.  

Heb jij hulp nodig bij de beoordeling van jouw arbeidsrelaties met zelfstandigen of wil jij meer weten? Neem dan gerust contact met mij of mijn collega op via: danielle.schipper@hlb-wvdb.nl of +31 (0)6 15 18 42 63 of eline.cranenbroek@hlb-wvdb.nl of +31 (0)6 21 92 55 88. 

triangle dark triangle light